×

Roosje van Rees

Amersfoort, 7 maart 1872 – Sobibor, 21 mei 1943

De Wiltstraat 80

Familie Van Rees

Door Chris van Dijk

Roosje van Rees werd in 1943 vanuit haar woning opgepakt en is weggevoerd naar Sobibor, waar ze op 21 mei 1943 is omgebracht. Ze woonde hier met haar jongste broer Benno en diens vrouw Johanna.

Het Arnhemse adresboek vermeldt de naam Van Rees in de uitgave over 1936 voor het eerst op dit adres. Er woont ene B.C. van Rees, handelsagent, samen dus met (onvermelde) zus Roosje.

Deze Benno Celina trouwt 24 september 1941 met huisgenoot Johanna Hechler, sinds 1938 weduwe van Gerrit van Gent die vanaf 1909 in dit pand woonde. In augustus 1942 heeft hij drie dagen in kamp Amersfoort gezeten. Hoe het Benno verging ten tijde van Roosjes wegvoering, is niet helder. Duidelijk is wel, dat administrateur J. Von Burg van de RK Begrafenisstichting Arnhem bij de Burgerlijke Stand aangifte doet van Benno’s overlijden op 29 juni 1943 in Arnhem.

Ouders

Roosjes ouders zijn Arend van Rees (geboren in Culemborg in 1847) en Naatje de Rooy (geboren in Amersfoort in 1845). Ze trouwen 27 april 1870 te Amersfoort. Van de eerste vijf kinderen overlijden er drie vóór ze een half jaar zijn (Lijpman, Hester en Sellij). Dan wordt Roosje geboren op 7 maart 1872; en later Philip, Estella, Lodewijk, Julius en Benno op 3 december 1885.

Naar opa en oma

Het heeft er alle schijn van dat Roosje door de jaren heen bij haar ouders is blijven wonen. Een uitzondering is dat zesjarige Roosje met haar Amersfoortse grootouders De Rooy in 1878 voor drie jaar naar de Amsterdamse Achtergracht 37 verhuist. De aanleiding is niet duidelijk; opa De Rooy staat er geregistreerd als ‘zonder beroep’. We mogen aannemen, dat – inmiddels terug in Amersfoort - het overlijden van deze grootouders in 1886, kort na elkaar, de veertienjarige Roosje fors raakte.

Buiten het ouderlijk huis

Roosje is in het gezin niet de enige die op jonge leeftijd een periode buiten het ouderlijk huis doorbrengt. In 1884 vertrekt de tienjarige Philip naar Den Haag; lange tijd komen we Philip niet in de records tegen tot hij zich in 1898 vanuit Den Haag aanmeldt bij de Harderwijkse Werfkazerne voor het koloniale leger in de Oost.

Ook de vijfjarige Lodewijk verkast. In 1886 gaat hij op in het veelkoppige huishouding van opa Lijpman van Rees in de Culemborgse Tollenstraat, waar ook het gezin leeft van vaders halfzus Klaartje. Lodewijk blijft er tot 1895, het jaar waarin deze opa overlijdt.

In 1895 overlijdt zus Estella, vijftien jaar, terwijl ze in Boxmeer verblijft; waarschijnlijk bij de schoonfamilie van vaders halfzus Klaartje, die trouwde met Benjamin Lion, stammend uit de grote Boxmeerse Lion-familie.

Roosje heeft alle verhuizingen van haar ouders meegemaakt: van Amersfoort naar Culemborg, van Culemborg naar Nijmegen en in 1906 van Nijmegen naar Arnhem naar de Oude Kraan.

Culemborg

Als Roosje zestien is, verhuist de familie naar vaders ‘thuishaven’ Culemborg. In Culemborg telt de Van Rees-familie mee in de Joodse gemeenschap o.a. in de totstandkoming van de Joodse begraafplaats. Ook het houderschap van de Culemborgse Bank van Leening hoort in de familie. Al voor zijn huwelijk in 1864 was vader Arend in de Kattenstraat een schoenenzaak begonnen; ook toen kwam zijn halfzus in het spel: haar man zit op een gegeven moment in Rotterdam als vertegenwoordiger in schoeisel. In 1888 terug in Culemborg duidt Arend zichzelf aan als koopman, maar ook als makelaar.

Nijmegen

Een reden waarom de familie na negen jaar naar Nijmegen verhuist, is niet zichtbaar. Misschien ziet vader Arend daar meer kansen om echt werk maken van het makelaarschap. Maar ook de aanduiding van ‘handelsagent’ wordt gebezigd. Het wordt geen succes. December 1905 gaat hij failliet. Of meende hij in Nijmegen meer mogelijkheden voor zijn zonen te zien? De zonen gingen inderdaad hun vleugels uitslaan, maar deden dat niet in Nijmegen.

Arnhem

In de zomer van 1906 verhuizen Arend en Naatje naar Arnhem. Ze vinden een woning in de Oude Kraan 75. Roosje zal haar ouders vergezeld hebben. Als ik het wel heb, was de Oude Kraan daar waar nu de ronde oprit naar de Mandelabrug ligt. De Arnhemse adresgids toonde indertijd in deze omgeving veel panden die als magazijn, ledig of vervallen werden gelabeld. Daar overlijdt Naatje van Rooy op 17-02-1915; haar man op 28-12-1921 (zie overlijdensadvertentie, waaruit ook af te lezen is, hoe de kinderen uitgewaaierd zijn).

Overlijden Van ReesOverlijdensbericht van Arend van Rees in de Nieuw Israëlietisch Weekblad van 6 januari 1922

Benno

Roosjes broers waren hun eigen trajecten aan het uitzetten. Benno is na het verlaten van Nijmegen op pad gegaan. We zien hem in 1907 als ‘bediende boekhandel’ in Hilversum geregistreerd. Van daaruit zou hij een tijdje zijn geboortestad Amersfoort hebben aangedaan. In maart 1924 trouwt hij te Amsterdam met ene Henriëtte van Rhijn.

Nederlands-Indië

Philip had voor zes jaar getekend voor het koloniale leger en is inmiddels opzichter bij de (beruchte) Ombilin-kolenmijnen op Sumatra. Hij trouwt in 1907 te Sawa Loento met Marie Antoinette van Buiten. Ze krijgen vier kinderen, waaronder een Arend en een Rosalie. De trouwgegevens van deze Indische Arend uit 1934 vermelden dat de vader van de bruidegom overleden is.

Lodewijk wordt ook onderdeel van het koloniale Nederland. Een Haagse registratie uit 1913 vermeldt hem als “O.I. ambt.” (Oost-Indisch ambtenaar). Hij trouwt in 1907 met Maria Magdalena Langboom, die 1875 in Ambawara is geboren. Lodewijk overlijdt in Den Haag 10 december 1940.

Jansstraat 1911 Jansstraat 1911. Gelders Archief 1501-04 - 5055*

Julius verhuist wel naar Arnhem, maar niet naar de Oude Kraan. Het adresboek van 1908 vermeldt op de Bakkerstraat 59 “van Rees geb. Heijligers, mevr., mode-academie”; en J. van Rees vinden we op hetzelfde adres. In 1911 geeft Julius de geboorte aan van zijn dochter Annette Rosina, die geboren is op de Jansstraat 25. Later dat jaar wordt hij in Leeuwarden failliet verklaard; en verlaat hij met gezin de stad met de opgaaf, dat ze naar Batavia afreizen. (De rouwadvertentie van 1921 lijkt dit te bevestigen.) Het gezin heeft van 1925 tot 1932 in San Francisco, USA gewoond. De naam van Julius treffen we ook aan op de site ‘Het Joods Monument’ met als woonadres Euterpestraat 45 hs Amsterdam, overleden Auschwitz 3 december 1942.

Zoals gezegd in de openingszinnen, gaan we ervan uit dat Roosje en Benno samen hun De Wiltstraat-tijd hebben doorgemaakt. Met een leeftijdsverschil van ruim 13 jaren was het model van ‘de oudste zus’ en ‘de benjamin’ wellicht bij Roosje en Benno zo ingesleten dat in de barre tijden in dit huis zorgzaamheid en aanhankelijkheid kon heersen.

KLARENDALSEWEG APELDOORNSESTR APELDOORNSEWEG SONSBEEKWEG JANSSINGEL APELDOORNSEWEG STEENSTRAAT DALWEG HOMMELSESTRAAT CATTEPOELSEWEG HOMMELSEWEG THOMAS A KEMPISLAAN STATION VELPERPOORT RUIMZICHT HAZEGRIETJE BRAAMBERG RUIMZICHT VILLA HESELBERGH GELE GIEZENBERG MILITAIR HOSPITAAL BEGRAAF PLAATS LANDGOED SONSBEEK RONDE WEIDE HERTENKAMP LANDGOED KLARENBEEK BERKEN HEUVEL JACOBI BERG Heselbergherweg Passavantlaan Sint Peterlaan Staringstraat Van Slichtenhorststraat Sint Marten Schrassertstraat Van Hasseltstraat Nijhoffstraat Bouwmeesterstraat Marten van Rossumstraat Sint Nicolaïlaan Naëll Tynegieterstraat Sickeszlaan Pontanuslaan Lorentzlaan Lovinklaan Sint Antonielaan Sonsbeeksingel Jacob Cremerstraat De Wiltstraat Verhuellstr Sloetstraat Graaf Lodewijkstraat Goeman Borgesiusplein Graaf Ottoplein Staring Plein Van Dortmondt straat Richard Kolfschoten laan Anna straat Leoninus straat Van Spaen straat