Arnhem, 18 september 1896 – Mauthausen, 20 oktober 1941
Bouwmeesterstraat 5
door Kaya Veldhuis en
Hartog Eijsman – met de roepnaam Herman- is het achtste kind van het Arnhemse koopman gezin Eijsman. Zijn ouders Benjamin Eijsman (1857-1930) en Elisabeth Bos (1859-1928) krijgen in totaal tien kinderen, waarvan er een aantal in Sint Marten wonen.
Geboortakte hartog Eijsman. Bron: Gelders Archief
Herman is de broer van Simon (geboren in 1900 en vader van Benjamin Eijsman en van Carolina van Gelderen-Eijsman en Dora Marcus –Eijsman.
Op 6 januari 1926 trouwt de handelaar in lompen, Herman met Maria Johanna Henriëtte Peters. Gezien haar voornamen is zij waarschijnlijk van katholieke afkomst. Hartog en Maria krijgen drie dochters met de roepnamen Fransje, Willy en Beppie.
Vanaf 1941 vinden er in Nederland regelmatig razzia’s plaats. Op 7 en 8 oktober 1941 pakken de bezetters zeventig Joodse mannen in Gelderland op, onder hen acht Arnhemmers. Een van de mannen is Hartog Eijsman. Paar dagen nadat ze gevangen gezet zijn in de Willemskazerne worden de mannen naar kamp Mauthausen in Oostenrijk vervoerd. Hun nabestaanden krijgen in de late herfst en vroege winter van 1941 overlijdensberichten met daarop onwaarschijnlijke doodsoorzaken als hersenschudding of trombose.
In kamp Mauthausen werden naast Joden politieke tegenstanders, verzetsstrijders, homoseksuelen, en andere ‘vijanden’ van de nazi’s gevangen gehouden. Ze werden tewerkgesteld in steengroeves in de omgeving. De verblijfs- en arbeidsomstandigheden waren zeer slecht. Gevangenen werden doodgeslagen, opgehangen, of doodgeschoten. Er was een trap van 186 treden naar de diepte van de granietgroeve, waar velen het leven verloren.
De dochters hebben de oorlog overleefd, gedeeltelijk in onderduik en hebben na de oorlog gezinnen gesticht. Kleinzoon Hartog woont nog in Arnhem.
Op Joods Monument Arnhem is een uitgebreid artikel te lezen over de levensloop van Hartog Eijsman, geschreven door Michelle van Hofwegen.