wijk in zicht
7 mei 2021 | Bewoners - wijkkrant
Bevlogen bewegen
Door Elsebeth Hoeven
In de Graaf Lodewijkstraat woont de jonge danser Jillis Roshanali. Al jong wist hij wat hij wilde worden en daar heeft hij doelgericht naartoe gewerkt. Nu, op tweeëntwintigjarige leeftijd, maakt hij deel uit van het moderne balletgezelschap Introdans. Omdat hij voor zijn werk in een bubbel leeft, spreken we elkaar aan de telefoon. Bevlogen vertelt hij wat dans voor hem betekent.
“Entertainen vond ik als jong kind al erg leuk”
Op vierjarige leeftijd begon Jillis met dansexpressie op de plaatselijke muziekschool in Leiden – “Omdat mijn zus op dansen zat.” Enthousiast geworden, wilde hij – zes jaar oud- graag dansen bij de vooropleiding van de Leidse Ballet- & Theaterschool. Hier kreeg hij les in allerlei soorten dans, acteren en zang. “Entertainen vond ik als jong kind al erg leuk”, vertelt Jillis. “Eigenlijk was ballet niet mijn favoriete les, ik zag mezelf eerder op een podium staan in een musical.” En die kans kreeg hij ook. Hij kon meedoen met musicals en zo speelde hij op zijn tiende in Joseph en de Amazing Technicolor Dreamcoat en – op zijn vijftiende – naast Pia Douwes in de musical Billy Elliot de titelrol: het jongetje dat graag wil dansen.
Dans, dans en nog eens dans
Op zijn elfde deed hij mee met een kerstballetvoorstelling van een Haags dansgezelschap. “Hier ontdekte ik dat ik ballet erg leuk vond. De directeuren vonden dat ik auditie moest doen voor het conservatorium.” En zo geschiedde. Hij volgde zijn voortgezette schoolopleiding op de dansvakopleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Als je van dansen je beroep wilt maken, kan dat alleen met volledige inzet. Jillis leefde een voor die leeftijd buitengewoon gedisciplineerd regime. “We begonnen in de ochtend met lessen in klassieke en moderne dans. Rond twee tot ongeveer vijf uur volgden we de reguliere lessen. Ook op zaterdag gingen we naar school, dan kregen we alleen balletles en repeteerden we voor voorstellingen.”
Van New York naar Arnhem
Na zijn middelbare school wilde hij dolgraag een jaar naar New York om daar een opleiding te volgen op de prestigieuze Jacqueline Kennedy Onassis School, waar hij was toegelaten. Met de hulp van donateurs en een crowdfundingactie, kreeg hij het voor elkaar hier naartoe te gaan. Dat was echt andere koek, vertelt hij. “Het niveau is erg hoog. Ik wilde nog harder werken om mijn doelen te behalen.” Na een goede afsluiting vervolgde hij zijn dansopleiding aan de Nationale Balletacademie in Amsterdam. Hij mocht stagelopen bij Introdans en maakte zo kennis met het Arnhemse balletgezelschap. Als afgestudeerd danser werkte hij een jaar bij een Duits gezelschap en sinds augustus 2020 is hij weer hier in Arnhem aan de slag bij het danserstableau. In onze wijk vond hij woonruimte – “leuke buurt”- en nu fietst hij elke ochtend de bult op naar zijn werk. Dat is wel even wennen, lacht hij.
Muscle Memory
Bij Introdans dansen twee groepen: het ‘ensemble’ met voorstellingen voor de jeugd en de ‘groupe’, waar Jillis deel van uitmaakt. Normaal gesproken dansen ze meerdere programma’s in een seizoen, met stukken van verschillende bekende choreografen, kerstvoorstellingen en daarmee toeren ze door Nederland en buitenland. De artistieke leiding bedenkt wie met welk stuk meedoet en welke rol je krijgt – “die weten goed wat bij wie past”. Als het een bestaand stuk is, studeert de balletmeester de choreografie in; bij nieuwe stukken gaat de choreograaf zelf met de dansers aan de slag. “Je doet veel verschillende choreografieën in een jaar. Niet alles blijft even veel hangen. Maar als je er repeteert en er weer inkomt, krijg je muscle memory, dan herinnert je lichaam de passen weer.”
“Vanaf het moment dat we zouden gaan toeren, kwam de tweede lockdown en moest alles worden afgezegd.”
Wachten op wanneer het weer kan
Maar nu spelen ze dus even niet voor publiek, al heeft het ensemble wel voorstellingen gestreamd. En in de afgelopen maand deed Introdans mee met een pilot van de overheid met een testvoorstelling. Dus dat schept hoop.
Het laatste stuk waar Jillis in danste was Amazing Asia. “We hebben veel voorstellingen gespeeld in Arnhem, maar vanaf het moment dat we zouden gaan toeren, kwam de tweede lockdown en moest alles worden afgezegd.” Dus nu repeteren Jillis en zijn collega’s alleen en staan ze startklaar om weer voor publiek te dansen. Omdat dans en aanraking onlosmakelijk verbonden zijn, leven ze in een bubbel om coronabesmettingen te voorkomen. “We proberen ons daar zoveel mogelijk aan te houden. Er zijn ook collega’s met pasgeboren baby’s. Dus we zijn voorzichtig. Ik zie nu alleen mijn collega’s en familie.” En dat is best zwaar af en toe. “Ik ben als danser zo gewend discipline te hebben dat ik af en toe een uitlaatklep nodig heb. Dat vond ik in uitgaan met mijn vrienden.”
Toekomst
Jillis is zich ervan bewust dat een carrière als danser maar van korte duur is. Daarom wil hij zo veel mogelijk leven in het nu, vertelt hij. “Ik ben erg blij met de kansen die ik krijg op het moment.” In de toekomst wil hij zijn passie met mensen blijven delen en mensen met dans inspireren. “Ik hoop dat ik met heel veel verschillende choreografen mag werken en dat ik misschien ooit zelf mag gaan choreograferen”, aldus Jillis.
Introdans
Introdans is bijna 50 jaar geleden opgericht door Ton Wiggers en Hans Focking vanuit de behoefte ook in het oosten van het land een dansgezelschap te beginnen. Het begon met een klein groepje dansers die voor een appel en een ei dans bracht in de Arnhemse culturele leven. En met succes, inmiddels is Introdans een toonaangevend balletgezelschap in het Nederlandse danslandschap en daarbuiten.
Het gezelschap staat – onder normale omstandigheden- met twee ensembles in het theater. Nadrukkelijk is Introdans gericht op een zo breed mogelijk publiek vanuit het idee dat dans een universele taal is die generaties verbindt en in beweging brengt. Onder het motto ‘Iedereen kan dansen’ laat het gezelschap in de educatieve poot zoveel mogelijk mensen het plezier van dans beleven met educatieprojecten voor uiteenlopende doelgroepen.