wijk in zicht
15 november 2021 | wijkkrant
Terugblikken met onze burgemeester en buurtgenoot
Door Leendert Douma
Ruim twee jaar geleden kwamen burgemeester Ahmed Marcouch en zijn gezin in Sint Marten wonen. De wijkkrant hield toen een ‘welkomsinterview’. Het thema van deze wijkkrant-editie is terugblikken, dus wat lag er meer voor de hand dan onze burgemeester nog eens te vragen: hoe kijkt hij terug op de afgelopen jaren in Sint Marten Sonsbeek?
De jaren stonden in het teken van gezondheid, veiligheid en vrijheid, zo vat de burgemeester samen. Wat we in het eerste interview in 2019 nog niet konden vermoeden, is dat de hele wereld in de greep zou komen van een pandemie. “Voor iedere wijkgenoot kan dat weer anders hebben uitgepakt”, zegt Marcouch nu. “Je zag veel eenzaamheid, onzekerheid over werk, stress van thuiswerken gecombineerd met thuisonderwijs. Maar er waren vooral zorgen over gezondheid, van onszelf, onze vrienden of familie. Het was een verdrietige tijd. We hebben hier veel mensen verloren.”
Stille stad
“Sint Marten en Klarendal zijn dichtbevolkte wijken. Ik hou daar van”, zegt onze buurtgenoot. “Ik vind dat gezellig. In Sint Marten probeer ik altijd nieuwe straten te ontdekken. Dan zie je beter wat er speelt. Je ziet de hofjes en hier en daar een eettentje. Dat maakt deze wijk zo leuk. Vaak klim ik via de Jan Ligthartschool naar het Graaf Ottoplein en dan loop ik Sonsbeek in. Of ik loop over de Hommelseweg naar het stadhuis. Het was wel een rare gewaarwording om ineens door een stille stad te lopen, waar het normaal zo druk is.”
Marcouch ging tijdens de coronacrisis ook veel langs bij ondernemers in de wijk, vertelt hij. “Er heerste onzekerheid over het voortbestaan. Maar ik zag ook veel creativiteit. Restaurants gingen over op bestellingen. Sportscholen verplaatsten hun activiteiten naar buiten. Bedrijven gingen ineens mondkapjes verkopen.”
Bewonersinitiatieven
“Ik heb ook veel prachtige initiatieven van bewoners gezien, zoals de Coronahulplijn en Netwerk Samen Arnhem”, zegt Marcouch. “Buurtbewoners zochten op allerlei manieren contact met elkaar, voor een praatje, voor hulp, om boodschappen voor iemand te doen. Mensen gingen maaltijden koken en rondbrengen. Fantastisch. Ik vond het ook mooi om te zien dat De Leuke Linde na een tijdje weer open ging. De afgelopen zomer is maar weer gebleken hoe belangrijk zo’n grote speeltuin is voor kinderen.”
Sonsbeekpark
“Het Sonsbeekpark had ook wel die functie voor jongeren”, vervolgt de burgemeester. “Helaas hebben we het een paar keer moeten sluiten omdat het uit de hand liep, zoals na Koningsdag. Als gezondheidsmaatregelen werden genegeerd, er teveel drank was, agressie of overlast voor de buurt, moesten we een noodbevel uitvaardigen. De meeste relschoppers kwamen trouwens niet uit Arnhem. Dat hoorde ik toen ik in het park met jongeren ging praten. Ik denk dat het in deze wijk, in Arnhem, maar ook in de regio best meeviel met overlast. Ik ben voorzitter van de veiligheidsregio en zat soms met vijfentwintig andere voorzitters om tafel. Als ik dan hoorde wat voor toestanden daar waren, dan denk ik: we hebben het hier goed gedaan. Mijn complimenten hoor, ook naar onze jongeren.”
Social media
Ahmed Marcouch krijgt zelf altijd veel complimenten voor zijn stukjes en verhalen op Facebook en Instagram. Hij laat zich op sociale media zien als een betrokken burgemeester en zo stak hij in coronatijd velen een hart onder de riem. “Ik doe dat heel bewust. Sociale media zijn laagdrempelig en er zitten veel mensen op. Het is een mooie manier om er toch te zijn als het fysiek even niet kan. Ik probeer via Facebook of Instagram mensen te laten zien dat ik aan ze denk”, zegt Marcouch. “Als ik door de wijk loop, dan merk ik dat ze dat erg waarderen.”
Hartjes
Hij herinnert zich ook dat kinderen allemaal hartjestekeningen gingen opsturen. “Dat was mooi. Ik zag zulke tekeningen hangen op verschillende plekken in de wijk, bijvoorbeeld op de Cattepoelseweg voor alle zorgpersoneel. Zelf ben ik een aantal keren naar het ziekenhuis gegaan om onze waardering te tonen, maar ook naar de mensen in de verpleeghuizen. Die hebben zo veel ellende gezien.”
“Sint Marten is zo dicht bebouwd dat hier een grote kans ligt om te vergroenen. Wat mij betreft kan dat nog veel meer.”
Rotzooi
Zelf maakt hij er niet zo’n punt van, maar wie goed oplet ziet de burgemeester regelmatig met een bezem of een knijper in de weer om rotzooi van straat op te ruimen. “Mijn buurman op de hoek is het ook gaan doen”, vertelt hij lachend. “Er zijn nog veel meer vrijwilligers. Tijdens het vorige interview hadden we het al over zwerfvuil. Ik heb wel het idee dat het wat minder is geworden. Dat komt onder meer doordat de gemeente de afvalbakken vaker leegt. Als die uitpuilen, gooien mensen bijvoorbeeld hun milkshakebeker zo op straat. Onbegrijpelijk, maar het gebeurt wel. Ik vind het net zo asociaal als hondenbezitters die de poep niet opruimen. Ik heb trouwens niet het idee dat dát minder wordt. Jammer.”
Wijkconciërge
De gemeente zet steeds meer in op wijkconciërges die de leefbaarheid in de gaten houden, legt Marcouch uit. Een van de aandachtsgebieden is de Hommelseweg tot – pak ‘m beet – bakkerij Van Otterlo. “Daar spelen verschillende dingen, van zwerffietsen en troep op straat tot verpauperde woningen waar soms illegale migranten gevestigd zijn. Dat zijn gecompliceerde opgaven, die je niet van de ene op de andere dag hebt opgelost. Maar je moet ergens beginnen.”
Voortuintjes
Wat Ahmed Marcouch al wandelend door de wijk nog meer is opgevallen? Dat het steeds wordt groener in de wijk. “Ook op de Hommelseweg worden tegels gewipt. Geweldig! Dat niemand dat ooit eerder bedacht heeft. Het hoort toch zo dat huizen voortuintjes hebben? Het maakt de wijk alleen maar mooier. Sint Marten is zo dicht bebouwd dat hier een grote kans ligt om te vergroenen. Wat mij betreft kan dat nog veel meer!”