wijk in zicht
15 september 2021 | Bewoners - wijkkrant
Sint Marten: volkswijk, yuppenbuurt of ideale mix?
Door Leendert Douma
Sint Marten verandert. Maar welke kant gaat het op? Een oud-bewoonster van het Staringplein, een journaliste gespecialiseerd in landschap en architectuur, schreef hoe het romantische, groene en informele pleintje achter haar huis veranderde in een kille parkeerplaats met een hefboom en een bordje ‘Verboden toegang’. Is dit tekenend voor de buurt? Of wordt Sint Marten juist steeds leuker? Kunnen oude en nieuwe bewoners mixen? Of gaan we het oude volksgevoel missen? De wijkkrant vroeg het aan zes experts.
De kapper
Als er iemand van dichtbij ziet hoe de wijk veranderd, is het wel kapper Suleiman. Hij is al zestien jaar eigenaar van Kapsalon Star, op de hoek van de Hommelseweg en de Sonsbeeksingel. Oude Arnhemmers en nieuwkomers komen bij hem voor een knipbeurt en hij hoort alle verhalen. “Er is een mooie mix nu”, zegt hij. “Ik hou van verschillende mensen, verschillende kleuren, rijk en arm, alles door elkaar. Maar je ziet soms scheve gezichten. Mensen die het beter hebben, kijken angstig naar de buurt. Andersom denken oude bewoners: wat komen die ‘kakkers’ doen in onze wijk? Mensen zouden wat vaker een praatje met elkaar moeten maken. Zo eng is het niet. Veel Arnhemmers zijn ouderwets, ze denken dat vroeger alles beter was. Maar verandering is juist goed. Het leuke van Sint Marten is: het leeft, maar er zijn ook rafelrandjes. Als je het hier aan kunt, dan kun je de hele wereld aan.”
De voorzitter
Het gemiddelde inkomen in Sint Marten stijgt en dat heeft gevolgen voor de gemeentegelden die hiernaartoe gaan. Maar meer verschillen zijn juist goed voor de wijk, vindt Caroline Pronk. De advocate is voorzitter van het Bewonersoverleg en zit in het bestuur van wijkcentrum De Nieuwe Hommel. “De klushuizen en de nieuwbouw in de Nijhoffstraat zijn mooie initiatieven. Maar dat betekent dat de huizenprijzen gaan stijgen. Ik vind de charme van Sint Marten dat het hier zo divers is. Ik denk dat daarmee de sociale cohesie ook beter wordt. Die willen we extra versterken door in De Nieuwe Hommel wijkfeesten te organiseren, bijeenkomsten voor alle nieuwe bewoners en door hier laagdrempelige activiteiten te plannen. Ik denk niet dat de rijke bewoners de sociale woningbouw hier wegdrukken. Ik vind dat we naar een ander systeem moeten met minder sociale huur, waarin het voor IEDEREEN makkelijker is om een woning te kopen.”
De wijkwethouder
Bob Roelofs is sinds begin dit jaar wethouder met onder andere speciale aandacht voor Sint Marten Sonsbeek. Hij is ook historicus en kenner van Arnhem en de wijk – de kleine Bob is opgegroeid aan de Dalweg. “Sint Marten was altijd al een wijk met grote verschillen per buurt”, zegt Roelofs. “Maar al met al is het een hele kleurrijke wijk met allerlei mooie bewoners- initiatieven: stadslandbouw, De Nieuwe Hommel. De laatste tijd heeft de wijk een enorme facelift gehad, bijvoorbeeld tegenover De Leuke Linde. Mensen kiezen bewust om hier te wonen. Je ziet in Sint Marten een mooie dwarsdoorsnee van de hele Arnhemse samenleving. We moeten er voor waken dat iedereen hier een woning kan kopen, ook jongeren, en dat de huizen niet naar de beleggers gaan. Problemen in de wijk zijn vooral parkeren en de vraag hoe je kleine ondernemers behoudt. Ik vind het mooi om te zien dat de wijk zelf flitsparkeerplaatsen bij bedrijven heeft bedacht.”
De financiële man
Edwin van den Aker is al jaren mede-eigenaar van Havekes Advies en Verzekeringen op het Graaf Ottoplein. Hij helpt veel wijkgenoten bij hun hypotheken en heeft het – ondanks corona – nog nooit zo druk gehad. “Verreweg de meeste huizen staan te koop in het gebied boven de Sloetstraat”, zegt hij. “Het is een gekkenhuis. De woningen hier gaan soms met een ton boven de vraagprijs weg. Een benedenwoning kost zo vier ton. Voor starters is dat niet te doen.” Edwin ziet wel een ander soort buren komen. “Vaak zijn het leuke mensen, hoor, maar soms ook mensen die beter in de Schuytgraaf passen. Die groeten niet eens op straat. Je ziet dat de wijk verbetert, de gevels worden opgeknapt, maar er komen ook steeds meer auto’s. Parkeren is een drama. Ik weet dat sommige aannemers hier niet meer komen verbouwen omdat ze hun busjes en containers niet kwijt kunnen.”
De buurtpastor
Ellie Smeekens is buurtpastor en coördinator van het Inloophuis. Ondanks de ‘verrijking’ in de wijk, ziet zij de armoedeproblematiek niet afnemen. “In het Inloophuis komt een ‘harde kern’ met een GGZ-achtergrond. Die wordt niet kleiner. Het zijn ongeveer twintig a dertig personen. Je ziet de laatste jaren dat de hulpvragen steeds heftiger worden, sociaal en financieel. Problemen stapelen zich op. Hier vinden ze nog een beetje huiselijke sfeer. Ze kunnen even hun verhaal kwijt. We zijn laagdrempelig en veel activiteiten zijn gratis. Gelukkig is de gemeente een goede partner.” Het mooie van de wijk is dat er nog veel sociale huurwoningen zijn, vindt Smeekens, op toplocaties als het Jan Nuldenhofje. “Ik zie helaas wel dat veel mensen in hun eigen groepje blijven hangen. Initiatieven als de coronahulplijn helpen om dat een beetje te doorbreken. Dat geldt ook voor het ‘maatjesproject’, waarin buurtgenoten op bezoek gaan bij ouderen of mensen die wat eenzaam zijn. Daarvoor zoeken we nog steeds vrijwilligers.”
De onderzoeker
Freek de Haan is aan het promoveren op een onderzoek dat hij deed naar gentrificatie in Klarendal en Sint Marten. Gentrificatie is het effect dat oude bewoners worden verdrongen door nieuwere, kapitaalkrachtige mensen. “Dat zie je in deze wijken sluipenderwijs gebeuren”, zegt de onderzoeker, “verspreid over generaties. Kinderen kunnen vaak niet meer vlak bij hun ouders wonen. Daar zitten verschillende aspecten aan. Een culturele kant: mensen vinden dat de oude volkscultuur verdwijnt, maar dat vind ik misplaatste nostalgie. En er is een economische kant: welke portemonnee domineert? In Klarendal zag ik dat er een mooie middenweg is gevonden. De woningbouwvereniging heeft daarbij geholpen door niet te veel huizen te verkopen.” Volgens Freek de Haan is er niks mis met kopers, maar het gaat om de intentie waarmee het gebeurt. “Klussers zijn heel wat anders dan zo’n grootinvesteerder als George Soros die alleen maar winst wil maken.”