groene wijk
5 maart 2020 | Bewoners - klimaat
Ian en Jacqueline bouwden hun eigen ‘bijna-passiefhuis’
Door Leendert Douma
Hij droomde er altijd al van om zelf een herenhuis te ontwerpen en te bouwen, midden in de stad, en dan liefst één die helemaal energieneutraal is. Op een kavel aan de Nijhoffstraat is dat bijna gelukt. Ian bouwde zijn huis samen met zijn vrouw Jacqueline en zijn vader Jan. Gasloos, maar niet helemaal los van de elektriciteitsleverancier. Het stel betaalt nu maar een paar euro per maand aan energiekosten. “Het hoeft niet extreem duur te zijn om energieneutraal te bouwen”, zegt Ian trots.
Het verhaal van dit pand in Sint Marten – een van de vrije kavels waar vroeger de toneelschool stond – is het verhaal van liefde. Liefde voor bouwen, maar ook liefde voor de aarde. Ian heeft de principes van duurzaam bouwen consequent toegepast. Dat moest ook wel, want ‘duurzaamheidspaus’ Dirk Zeldenrust woonde er bijna tegenover. “Dirk liep regelmatig binnen om toe te zien op de bouwplaats”, lacht Ian. En het is het verhaal van liefdevol wonen. Jacqueline en Ian hebben nu een prachtige plek gecreëerd waar zij en hun zoontje Quin gelukkig zijn.
Gasloos
“Juist vanwege mijn droom hield ik nauwgezet bij of er kavels te koop kwamen in de stad”, vertelt Ian. En zo kwam het dat Jacqueline in 2014 als eerste met haar slaapzak in het voormalig HKA-gebouw lag, om er zeker van te zijn dat ze een plek aan de Nijhoffstraat konden kopen. In diezelfde tijd struinde Ian, die bouwkundige is, op internet allerlei fora af om te studeren op duurzame oplossingen. Toen nog helemaal niet zo bekend. Ian: “Dat het zo’n vaart zou lopen met gasloos, konden we toen nog niet vermoeden. Wel was duidelijk dat de Europese fossiele uitstoot in 2050 naar nul gaat.” Hij bedacht daarom dat de kern van zijn warmtesysteem zou bestaan uit een groot buffervat van duizend liter water, dat wordt gevoed door zonnecollectoren. In combinatie met een CV-houtkachel is dan helemaal geen andere verwarming meer nodig. Goede isolatie en driedubbelglas doen de rest. Als het ’s winters echt koud is, moet hij een heel klein beetje hout bijstoken om ongeveer op energie nul te blijven. “Ik heb gekozen voor een houtkachel in plaats van pellets, want daar zit soms troep in en ik wil zo schoon mogelijk stoken”, zegt Ian gedecideerd.
Bijkomend voordeel van zo’n ‘bijna-passiefhuis’ is dat de woning niet alleen lucht- maar ook perfect geluidsgeïsoleerd is. Als het bijvoorbeeld speelkwartier is op het schoolplein van de achterliggende Jan Ligthartschool, dan horen Jacqueline en Ian niks. “Je gaat juist heel andere geluiden in huis opmerken”, zegt Ian, “zoals de koelkast en het ventilatiesysteem.”
Kelder
Ian heeft zelf zijn plannen uitgewerkt in AutoCAD, software voor bouwkundigen en architecten. Hij heeft zijn huis zo bedacht dat het levensloopbestendig en rolstoel toegankelijk is. Zelfs een lift behoort in de toekomst tot de mogelijkheden. “Het uitgangspunt is flexibiliteit”, zo laat hij zien. “Mocht het nodig zijn, dan zijn de kelder en de begane grond apart te bewonen.” Toen de kavel nog braak lag, heeft hij meteen een grote kelder laten uitgraven. Die krijgt nu daglicht door een patio. “Omdat we het graafwerk samen met de buren konden laten doen, werd het een stuk goedkoper.”
Duurzaamheidsvirus
De bouw is in april 2016 begonnen – een jaar na de sloop van de toneelschool. Ian heeft een jaar sabbatical genomen om samen met zijn vader al het werk te doen, tot en met de elektriciteit en waterleiding aan toe. Jacqueline besteedde al haar vrije uren aan het uitzoeken van materialen, inkoop, onderhandelingen met leveranciers, maar ook tegelwerk en schilderwerk. Ongeveer het enige dat werd uitbesteed was de installatietechniek en de regeltechniek voor het verwarmingssysteem. Uiteindelijk heeft de bouw maar negen maanden geduurd, veel sneller dan ze allemaal dachten. “We waren allemaal hiervoor al erg op elkaar ingespeeld”, zegt Ian. Samen hadden we al een paar huizen verbouwd. Eerst nog best traditioneel, maar nu hebben we allen het duurzaamheidsvirus te pakken.”