wijk in zicht
3 juli 2021 | cultuur - wijkkrant
Uitzicht op kunst
Door Elsebeth Hoeven
Zes jaar geleden begon ze bij Museum Arnhem. “Wat ik belangrijk vond toen ik er kwam is: Wat is het dna van het museum? Wat zit hier in de haarvaten?” Saskia Bak is geboren in Delft, heeft kunstgeschiedenis gestudeerd in Groningen en was – voor ze naar Arnhem kwam – directeur van het Fries Museum en Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden. Haar nieuwe woonstek werd Sonsbeek.
Hier woont ze met veel plezier. “Het is een leuke wijk, dichtbij de stad en toch een beetje in de luwte zonder dat het slaperig is. De architectuur is mooi en je hebt leuke cafeetjes en restaurants dus het is niet alleen wonen.” Dat het ook een gemêleerde wijk is maakt de wijk extra aantrekkelijk, ervaart ze. Gewend aan steden met singels met gras en kastanjebomen en “heel veel hondenpoep” en een stadspark, vindt ze de hoeveelheid groen die overal in Arnhem op paar minuten lopen beschikbaar is “overweldigend”. “Arnhem realiseert zich soms niet wat voor een kwaliteit dat is. Sonsbeek is onovertroffen.”
Kunst naar de mensen brengen
Voor Museum Arnhem maakte ze een plan gebaseerd op de kracht van het museum. Een daarvan is de stempel die voorganger Pierre Janssen op het museum drukte met het brengen van kunst naar de mensen. Hij kreeg landelijke bekendheid met het televisieprogramma Kunstgrepen waar hij bevlogen vertelde over het kunstwerk dat hij liet zien. Voor een tentoonstelling over hem dook het team van Museum Arnhem in zijn methode, vertelt Saskia. “De essentie waar hij voor stond was op een gelijkwaardige manier met bezoekers over kunst praten. Voorheen werd kunst altijd uitgelegd. Het was nieuw om dat niet te doen. We zagen dat wat hij deed, actueler is dan ooit.” Het museumteam vindt “de mening van de bezoeker even waardevol als die van onszelf.” Daarom ontwikkelen ze een app om die meningen te horen. En ze tonen kunstwerken waar je aan deel kan nemen en lokken bezoekers uit tot een gesprek over de kunst. Ook geven ze workshops waar je naar aanleiding van een kunstwerk zelf een tekst of beeld kan maken.
Educatie is een pijler van het museum. Zelf is ze “standaard” opgevoed met cultuursnuiven, vooral op vakanties. Maar er zijn ook kinderen die van huis uit helemaal geen culturele bagage meekrijgen. Voor hen kan dat echt een ontdekking voor ze zijn, vertelt ze. “Dat vind ik persoonlijk erg belangrijk omdat werelden zich openen. Uit onderzoek blijkt dat kunsteducatie niet per se tot meer kaartverkoop leidt maar wel dat mensen die van jongs af met kunst in aanraking komen, een aantal dingen meekrijgen die ze levenslang bij zich dragen. Je leert dat je je mag uitdrukken, dat de wereld groter is dan waarin je zit en dus ontwikkel je een groter empathisch vermogen. Kunst kan troostrijk zijn bij tegenslag en je weerbaarder maken.”
Meerstemmige collectie
In museumland is nu een discussie gaande dat er te eenzijdig is verzameld met werk van veelal ‘witte’ mannen. In het dna van Museum Arnhem vind je een geschiedenis van meerstemmig verzamelen, met in de collectie ook werk van vrouwelijke kunstenaars en kunstenaars met diverse culturele achtergronden.
“De inhoud van de kunstwerken staat bij ons voorop. We zijn een museum van kunst en samenleving. Met werk van maatschappelijk geëngageerde kunstenaars die reflecteren op wat er in de samenleving gebeurt.” Dat zie je ook bij Carel Willink die in de tijd voor de Tweede Wereldoorlog donkere wolkenluchten schilderde, vertelt ze. “Dat is onheilspellend werk dat over samenleving gaat.”
Bij tentoonstellingen kijkt het team waar kunstenaars momenteel mee bezig zijn. Wat is de gezamenlijkheid hierin? Hier sluiten ze op aan. Als voorbeeld noemt Saskia het klimaat. “Juist de jongere generatie en kunstenaars laten zien: we willen het anders. De omgang met klimaat, anders eten en het waarderen van afgedankte spullen. Ook vormgevers zoeken duurzame oplossingen, bijvoorbeeld: hoe kun je plastic hergebruiken en daar mooie dingen van maken?“
Bijna weer open!
In het eerste helft van 2022 gaat het museumgebouw op de Utrechtseweg na een verbouwing van vijf jaar weer open. Ook de gemeente wil de stuwwal weer ontsluiten. “Dat was vroeger een heel steil, open parkje met een slingerpaadje waardoor je elke keer een ander uitzicht hebt.” Dat komt hopelijk grotendeels terug in de oude staat. “Het museum trekt bezoek van buiten. Die kunnen dan vanaf het station naar het museum lopen en na het bezoek via het slingerpaadje naar de stad beneden, langs het Rietveldgebouw met de interessante uitbouw. Dan gaat de route verder langs de Blauwe Golven, het Rozet, Focus, door de stad naar het modekwartier. Onderweg is veel te zien.”
Ook de beeldentuin op de Utrechtseweg wordt opnieuw ingericht. Hiervoor is het museum begin juni met crowdfunding begonnen. Er komt een grote nieuwe trap die ook een podium is voor kleine programmering. Bezoekers kunnen vrij door de tuin bewegen en rustig genieten van kunst en het uitzicht. “Als je vanuit de wijk een wandelingetje maakt, ben je met twintig minuten lopen in de gratis toegankelijke tuin met prachtige kunstwerken.”
“Zolang de mensheid bestaat, maken mensen kunst”
Cultuurhuizen moesten vanwege coronamaatregelen een half jaar de deuren gesloten houden. In België waren musea al langer open; zij zagen mensen komen die normaal gesproken niet een museum bezoeken, nu ervaren dat er van alles te doen en te leren is. “Dat een museumbezoek eigenlijk heel leuk is.”
Bij de Nederlandse culturele sector was de verontwaardiging groot dat kunst het label ‘niet essentieel’ kreeg. “Eigenlijk laat corona zien dat mensen – nu we al bijna anderhalf jaar thuis zitten – snakken om naar kunst te gaan.” Kunst is juist een van de fundamentele dingen van het leven, stelt ze. “Er zijn duizenden redenen waarom kunst belangrijk is. Daarom is het er al eeuwen! Zolang de mensheid bestaat, maken mensen kunst. Het is de mens eigen om betekenis en uiting te geven en verbinding te maken.” Maar, merkt ze op, “Kunst is niet voor iedereen hetzelfde, de diversiteit en rijkdom daarin is fantastisch. Het is belangrijk dat mensen zich vrij voelen in wat ze zelf vinden. Dat willen we ook in het museum.”