wijk in zicht
27 december 2021 | onderwijs - wijkkrant
Wegwijs in het schrift
Door Elsebeth Hoeven
Wat is er mooier dan voor kinderen de wondere wereld van het schrift te ontvouwen? Ze de weg te wijzen naar kennis, verbinding en verbeelding. Ik herinner me nog dat er voor mij een wereld open ging toen ik leerde lezen en schrijven. Op de bank verdwijnen in een boek; de briefwisseling met geliefden; het kaartje met die paar woorden die zoveel kunnen betekenen; en je groen en geel ergeren aan het jargon van de Belastingdienst.Op de Jan Ligthartschool is Nina van Aarssen een van de leerkrachten die dit universum voor de leerlingen van groep 3 ontsluit. Zij leert het jonge grut wat je allemaal met de t kan doen, dat je een è hebt en een eeee, over Otje Ou en Adje Au, en zo meer. Hoe pak je dat hele proces eigenlijk aan?
Na wat jaren elders in Arnhem is Nina inmiddels vijftien jaar leerkracht op deze school op de hoek. Er lopen dan ook in de wijk heel wat (oud)leerlingen en ouders rond die haar goed kennen. Ze was remedial teacher – dat wil zeggen dat ze leerlingen met leerproblemen extra ondersteunde- en was vervangend leerkracht. Nu is ze al vier jaar leerkracht in combinatiegroep 3/4.
Beweging
Zoals het vroeger ging, gaat het nu nog steeds: als de leerlingen in groep 3 zitten – de eerste klas – leren ze voor het nieuwe jaar begint, lezen en schrijven. Er is wel wat veranderd, al staat nog steeds lesmethode Veilig Leren Lezen aan de wieg van dit proces. Begon je vroeger met het woord ‘aap’, tegenwoordig leer je als eerste ‘ik’. En leer je op dezelfde dag de letter lezen én schrijven. “Aan het eind van de dag kan je bijvoorbeeld de letter H lezen, schrijven en herkennen in een boekje. Daar is een leerling twee dagen intensief mee bezig”, licht Nina toe. De jonge scholier leert eerst de klanken herkennen en daaraan de letters koppelen. Met handgebaren ondersteun je dat, vertelt Nina, dat zijn visuele ezelsbruggetjes. “Zo is het handgebaar dat bij de b hoort een vuist die je open doet bij de buik. Als je dat gebaar maakt, dan denk je al gauw, ooh ja, de b. Het helpt leerlingen die niet goed horen of onzeker zijn.”
Het leren schrijven hangt nauw samen met het beheersen van de fijne motoriek. Je moet de drukverdeling aanvoelen, een goede zithouding hebben en weten hoe je je schrift neerlegt. Daarom zijn hele jonge leerlingen vaak nog niet zover. De linkshandigen leren dat andersom en dat mag tegenwoordig, want dat was vroeger wel anders. Er zullen ouderen zijn die zich de tikken van de meester nog herinneren. “Al probeer je ook nu als een kind geen voorkeurshand heeft, rechts te stimuleren”, geeft leerkracht Nina toe. Maar gelukkig gaat dat er tegenwoordig er heel wat vriendelijker aan toe.
“We zijn heel bedreven geworden in het maken van filmpjes”
Klassikale instructie
Als je al zo lang in het vak zit, zie je trends komen en gaan, vertelt ze. Bijvoorbeeld het frontaal lesgeven, met de kinderen recht voor het bord. Daarna kwam de tijd dat leerlingen veel in groepjes de stof tot zich namen. Nu is het weer een klassikale instructie. Als voorbeeld geeft ze het leren schrijven. “Vandaag gaan we de letter T leren en zo gaan we het oefenen. Maak de beweging van de letter in de lucht en op de tafel.” “Zo heb ik zelf ook schrijfonderwijs gekregen”, herinnert ze zich. Leerlingen oefenen op een wisbordje de letter terwijl zij langs loopt en pengreep en houding checkt. “Bij het oefenen zitten ze wel weer in een groepje. Dan hoor je een leerling uit groep 4 de andere uitleggen: ‘Eerst een boog, dan een golfje en dan een schuine streep’. Dat is mooi om te zien.”
“Er zit ook geen logica in het leren lezen. Bij rekenen wel, na 8 komt er altijd een 9. Bij letters kan het gaan van de h naar de oe.” Tel daarbij op dat leren lezen in zo’n rap tempo gaat, dat als een leerling ziek is, die al snel paar letters mist.
Enthousiasme
Rond Sinterklaas kennen de kinderen al aardig wat letters. En dan zie je het enthousiasme groeien; ze pakken een boek uit groep 4 en gaan op zoek naar wat ze al kunnen lezen, vertelt ze. “Ze zien overal letters staan en proberen teksten te lezen. Vertellen vol trots wat papa op de banaan heeft geschreven.” In groep 4 kunnen ze een brief schrijven en leren ze hoe je een brief adresseert en post.
Corona
Corona bracht een hoop extra werk en “gehannes”. “We zijn heel bedreven geworden in het maken van filmpjes”, lacht ze. “Met corona en thuisonderwijs hebben de kinderen minder tijd gehad om echt te oefenen. Daarom zetten we voor groep 3 en 4 de extra coronagelden deels in op het leren lezen en schrijven. Hier wordt immers de basis gelegd.”
Een leven lang leren
Waarom is ze leerkracht geworden, vraag ik. Ze lacht: “Ik was dol op toneelspelen en ging kijken bij de toneelopleiding.” Maar bij de proefdagen haakte ze af en keek ze toch wat verder. De pedagogische academie kwam in zicht. “Ik vond het altijd al leuk om met kinderen te werken en hielp ook mee bij kampen. De opleiding en stage vond ik meteen geweldig: ik voelde me helemaal op mijn plek. En ik vind het nu nog steeds leuk. Na dertig jaar!”
Het onderwijs is voortdurend in beweging en Nina kreeg de kans om met verschillende cursussen en opleidingen zich verder te ontwikkelen. Een leven lang leren geldt ook voor leerkrachten. Zo maken ze vergeleken met vroeger meer gebruik van actueel wetenschappelijk onderzoek. Werkt iets wel of niet? “Nu zijn we op school veel bezig met Evidence Based. We praten over die nieuwe wetenschappelijke inzichten, het ene team over taal en het andere op rekengebied.” Op die manier zet je onderwijsveranderingen op school weloverwogen in, stelt ze.
Waar slaapt de juf?
Nina kent de wijk goed, ze is opgegroeid aan de Van Dortmondtstraat, haar ouders wonen er nog steeds, zelf woont ze in Velp. Omdat ze al zo lang op de Jan Ligthartschool werkt, leert ze de gezinnen goed kennen. “Bij de kleuters beginnen we op school met huisbezoeken. Je spreekt ouders bij korte gesprekken en sommige ouders spreek je vaker, als er zorgen zijn.” Ook buiten de school komen ze elkaar tegen. “Al denken kinderen van nu niet meer dat de juf op school slaapt”, grinnikt ze.